Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [49]Het kwaad zal de zondaars vervolgen; maar den rechtvaardige [50]zal men goed vergelden. 49. Te weten, der straf, waarvan zie Gen.19:19, en vergelijk boven hfdst.5 vs.22,23. Anderen verstaan het kwaad der schuld, dat is, de zonde, waardoor de bozen gejaagd worden totdat zij in de straffen vallen en vergaan. 50. Of, zal goed vergolden worden. Versta, het goed van het tegenwoordige en het toekomende leven; 1 Tim.4:8.